Delta 31-495 User Manual Page 23

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 82
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 22
4 PENTA, Basis Bediening
Gebruikershandleiding Penta Brandmeldsysteem BGB018.01
23
Een storingsmelding beïnvloed alleen het gemelde deel van het systeem en zal de
werking van de rest van het brandmeldsysteem niet beïnvloeden.
Brandmeldingen en voormeldingen hebben een hogere prioriteit dan
storingsmelding. Praktisch betekend dit dat als het brandmeldsysteem een storing
meld, bijvoorbeeld een storing in een melder met melderadres 01.002, dan zullen
de overige melders / rest van het systeem blijven functioneren.
Vervang nooit melders door een ander type melders. De centrale zal dit als een
storing melden.
Vooralarm Status
Een brandmeldsysteem is in vooralarm status wanneer de Penta
Gebruikersinterface een vooralarm meld van een analoge (intelligente) melder die
aangesloten zit op een van de detectielussen van het systeem (analoge waarde
standaard boven 45).
Een vooralarm is een attentie melding. In een bewaakte ruimte is door het
brandmeldsysteem een verschijnsel van brand —rook , temperatuur, vlammen—
gedetecteerd wat niet het brandalarm niveau overschrijd echter hoger is dan de
normaal gemeten waarde. De gebruiker kan dan gepaste maatregelen nemen om
doormelding van een ongewenste of onechte brandmelding te voorkomen.
Mocht het toch een echte brand betreffen dan zal de hoeveelheid van het
gedetecteerde verschijnsel van brand het brandalarm niveau snel overschrijden
waardoor na het vooralarm een echte brandmelding gemeld wordt door het
brandmeldsysteem.
In vooralarm status zullen geen specifieke led indicatoren oplichten. Alleen de
groene led
IN BEDIJF is licht op.
Zodra een vooralarm gemeld wordt door de Penta
Gebruikersinterface zal de interne zoemer
pulserend geactiveerd worden.
Het display zal het volgende weergeven:
Het display zal het volgende weergeven:
het nummer van de detectiezone waarbinnen een vooralarm gemeld wordt. In
dit voorbeeld “
ZONE 0002”.
de status van het systeemdeel wat de melding geeft. In dit voorbeeld “
VOOR-
ALARM
”.
de zonetekst “
LINKER VLEUGEL, 1
E
VERD. van de detectiezone waarin het eerste
vooralarm is gedetecteerd.
De locatietekst (
VERGADERRUIMTE) van de melder welke het eerste vooralarm
heeft gemeld.
het systeemdeel wat het vooralarm meld. In dit voorbeeld “
OPTISCHE ROOK’’
(een optische rookmelder).
aantal detectiezones waarbinnen een vooralarm gemeld word. In dit voorbeeld
1 ZONE IN ALARM welke een vooralarm meld.
met de toets kan meer informatie over deze storing opgevraagd worden.
Met de
ZOEMER UIT toets (8 op pagina 15) kan de zoemer worden afgesteld. De
ZOEMER UIT toets kan bediend worden op toegangsniveau 1.
ZONE 0002 VOOR-ALARM
Linker Vleugel, 1
e
Verd.
Vergaderruimte
(OPTISCH ROOK)
───────────────────────────
1 ZONE IN ALARM MEER >
Page view 22
1 2 ... 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 ... 81 82

Comments to this Manuals

No comments